Hebben hulpverleners een meldingsplicht m.b.t. een misdrijf dat een minderjarige cliënt hen bekend gepleegd te hebben?

Indien de delinquente minderjarige een ernstig gevaar zou betekenen voor personen zou de hulpverlener wel moeten handelen en eventueel zijn beroepsgeheim moeten doorbreken maar dan niet omwille van de meldingsplicht maar wel omwille van de ‘noodtoestand’ en het ‘schuldig hulpverzuim’.

Het beroepsgeheim houdt in dat hulpverleners vertrouwelijke informatie m.b.t. cliënten in principe niet mogen delen met derden tenzij hier een geldige reden voor bestaat, zoals bv. een getuigenis voor een rechter, een
noodtoestand, de toepassing van het gedeeld beroepsgeheim uit het decreet integrale jeugdhulp, een wettelijke verplichting,…

Vraag is of art. 29 en 30 van het Wetboek van Strafvordering die een meldingsplicht invoeren voor bepaalde personen en/of misdrijven een dergelijke wettelijke verplichting uitmaken?
Art. 29 Sv. : plicht om aangifte te doen van misdaden & wanbedrijven, waarvan men kennis krijgt in de uitoefening van zijn ambt.
Art. 30 Sv. : aangifteplicht van bepaalde misdrijven (vnl. tegen personen en eigendom) waarvan men (=iedereen) getuige is.

De meerderheidsvisie binnen de rechtspraak en rechtsleer stelt dat deze artikels niet toelaten om het beroepsgeheim te doorbreken. Hoewel artt. 29 en 30 Sv. ook strafrechtelijke bepalingen zijn, staan immers geen strafsancties op het schenden ervan, terwijl het beroepsgeheim wel strafrechtelijk gesantioneerd kan worden. Hieruit leidt men af dat het beroepsgeheim voorrang krijgt op de meldingsplicht die artt. 29 en 30 Sv invoeren.
=> Hulpverleners hebben dus geen meldingsplicht m.b.t. een misdrijf dat een minderjarige cliënt hen bekend gepleegd te hebben.

Merk op:

Indien de delinquente minderjarige een ernstig gevaar zou betekenen voor personen zou de hulpverlener wel moeten handelen en eventueel zijn beroepsgeheim moeten doorbreken maar dan niet omwille van de meldingsplicht maar wel omwille van de ‘noodtoestand’ en het ‘schuldig hulpverzuim’.

Een van de meest voorkomende uitzonderingen op het beroepsgeheim is de noodtoestand.
De noodtoestand houdt in dat het doorbreken van het beroepsgeheim de enige mogelijkheid is om een ander, door de wet aanvaarde, belangrijker ingeschatte waarde of belang te beschermen. In dat geval verliest de
schending van het beroepsgeheim zijn strafbaar karakter.

Om van een noodtoestand te kunnen spreken, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

  • Ten eerste moet er een daadwerkelijk en onmiddellijk gevaar dreigen. Dit betekent dat de hulpverlener moet inschatten dat er een reële en ernstige mogelijkheid bestaat dat een hoger ingeschatte waarde of belang acuut in gevaar is.
  • Ten tweede moet het belang of de waarde die men wil beschermen of minstens van gelijke waarde zijn dan het belang of de waarde uit de bepaling die men wil schenden. Er wordt algemeen aanvaard dat de bescherming van de fysieke of seksuele integriteit van een persoon boven de toepassing van het beroepsgeheim staat.
  • En tenslotte, moet het doorbreken van het beroepsgeheim de enige mogelijkheid zijn om het gevaar af te wentelen. Indien men zelf kan ingrijpen om het gevaar af te wenden mag men zijn beroepsgeheim dus niet schenden.

Wanneer er sprake is van een noodtoestand, kan men zijn beroepsgeheim doorbreken om een derde te informeren over de situatie om op die manier de noodtoestand te stoppen. Men hoeft dus niet noodzakelijk de politie of het parket in te lichten. Gespecialiseerde hulpverlening of gezondheidszorg inschakelen zoals bv. het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling of een psychiater kan ook indien de hulpverlener inschat dat deze piste de beste oplossing is in de concrete situatie.
 
=> Of de hulpverlener er nu voor kiest om zijn beroepsgeheim te doorbreken of niet, indien hij ervan op de hoogte is dat personen ernstig en reëel gevaar lopen door toedracht van zijn cliënt, zal hij in elk geval moeten handelen en iets moeten ondernemen om het gevaar te stoppen. Anders maakt hij zich schuldig aan het misdrijf ‘schuldig hulpverzuim’ (art. 422bis Sw.).

Auteur:

Logo tzitemzo

Meer faq’s