Artikel 31: Vrije tijd en ontspanning
Elk kind heeft recht op vrije tijd, spel en ontspanning.
Verdragstekst:
1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven.
2. De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind volledig deel te nemen aan het culturele en artistieke leven, bevorderen de verwezenlijking van dit recht, en stimuleren het bieden van passende en voor ieder gelijke kansen op culturele, artistieke en recreatieve bezigheden en vrijetijdsbesteding.
Kortom:
Elk kind heeft recht op vrije tijd, spel en ontspanning. Iedereen mag meedoen aan sportieve, culturele en artistieke activiteiten.