Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroepen

Een kind uit een ander land heeft het recht op zijn eigen taal te gebruiken.

Verdragstekst:

In de Staten waarin etnische of godsdienstige minderhe¬den, taalmin¬derheden of personen behorend tot de oorspronke¬lijke bevol¬king voorkomen, wordt het kind dat daartoe behoort niet het recht ontzegd te zamen met andere leden van zijn of haar groep zijn of haar cultuur te beleven, zijn of haar gods¬dienst te belijden en ernaar te leven, of zich van zijn of haar eigen taal te bedienen.

Kortom

Een kind uit een ander land heeft het recht op zijn eigen taal te gebruiken. Hij mag samenkomen met andere mensen van dat land en zijn eigen gewoontes en godsdienst hebben. 

Auteur:

Logo tzitemzo

Meer faq’s