Artikel 25: Periodieke herziening van een plaatsing

Een kind dat niet bij zijn ouders woont, moet goed behandeld worden. Dat moet men regelmatig controleren.

Verdragstekst:

De Staten die partij zijn, erkennen het recht van een kind dat door de bevoegde autoriteiten uit huis is geplaatst ter verzorging, bescherming of behandeling in verband met zijn of haar lichamelijke of geestelijke gezond­heid, op een periodieke evaluatie van de behande­ling die het kind krijgt en van alle andere omstandigheden die verband houden met zijn of haar plaatsing.

Kortom:

Een kind dat niet bij zijn ouders woont, moet goed behandeld worden. Dat moet men regelmatig controleren. Dit wordt gedaan via een periodieke evaluatie waarbij gekeken wordt of het in het belang is van het kind om al dan niet teruggeplaatst te worden.

Auteur:

Logo tzitemzo

Meer faq’s