Artikel 19: Bescherming tegen mishandeling en verwaarlozing

Niemand mag kinderen slecht behandelen.

Verdragstekst:

  1. De Staten die partij zijn, nemen alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen en maatregelen op sociaal en op­voedkundig gebied om het kind te beschermen tegen alle vor­men van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behande­ling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van sexueel misbruik, terwijl het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft.
  2. Deze maatregelen ter bescherming dienen, indien van toepassing, doeltreffende procedures te omvatten voor de invoering  van sociale pro­gramma’s om te voorzien in de nodi­ge ondersteuning van het kind en van diegenen die de zorg voor het kind hebben, alsmede procedures voor andere vormen van voorkoming van en voor opsporing, melding, verwijzing, onderzoek, behandeling en follow-up van gevallen van kinder­mishandeling zoals hierboven beschreven, en, indien van toe­passing, voor inschakeling van rechterlijke instanties.

Kortom:

Niemand mag kinderen slecht behandelen. Ze moeten beschermd worden tegen pesten, mishandeling en verwaarlozing.  Een kind moet ook altijd verzorgd worden als dat nodig is. Ze mogen door niemand, ook niet de ouders, geslagen worden.

Auteur:

Logo tzitemzo

Meer faq’s