Artikel 27: Levensstandaard

Ieder kind moet voldoende kansen krijgen om goed op te groeien.

Verdragstekst:

  1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van ieder kind op een levensstandaard die toereikend is voor de lichame­lijke, geeste­lijke, intellectu­ele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind.
  2. De ouder(s) of anderen die verantwoordelijk zijn voor het kind, hebben de primaire verantwoordelijkheid voor het waarborgen, naar vermo­gen en binnen de grenzen van hun financiële mogelijkhe­den, van de levens­omstandigheden die nodig zijn voor de ontwikke­ling van het kind.
  3. De Staten die partij zijn, nemen, in overeenstemming met de nationale omstandigheden en met de middelen die hun ten dienste staan, passende maatregelen om ouders en anderen die verantwoorde­lijk zijn voor het kind te helpen dit recht te verwezenlijken, en voor­zien, indien de behoefte daaraan bestaat, in programma’s voor mate­riële bijstand en onder­steuning, met name wat betreft voeding, kleding en huisvesting.
  4. De Staten die partij zijn, nemen alle passende maatre­gelen om het verhaal te waarborgen van uitkeringen tot onder­houd van het kind door de ouders of andere personen die de financiële verantwoor­delijkheid voor het kind dragen, zowel binnen de Staat die partij is als vanuit het buitenland. Met name voor gevallen waarin degene die de financiële verantwoordelijk­heid voor het kind draagt, in een andere Staat woont dan die van het kind, bevorderen de Staten die partij zijn de toetreding tot internationale overeen­komsten of het sluiten van dergelijke overeenkomsten, alsmede het treffen van andere passende regelingen.

Kortom:

Ieder kind moet voldoende kansen krijgen om goed op te groeien. Als ouders het moeilijk hebben om aan gezonde voeding, genoeg kledij of een goed huis te geraken, zullen ze geholpen worden.

Auteur:

Logo tzitemzo

Meer faq’s